Hypotheekrente en aftrek

Indien je de beschikking hebt over een eigen huis mag je de rente die je betaalt ten behoeve van de hypotheekschuld of een andere schuld aftrekken van het inkomen dat je aangeeft in box 1 van het Nederlandse belastingstelsel. Hiervoor dien je echter wel aan een aantal voorwaarden te voldoen. In dit artikel bespreken we welke voorwaarden dit zoal zijn.

De voorwaarden

Zoals reeds besproken zijn er diverse voorwaarden waaraan je dient te voldoen om in aanmerking te komen voor hypotheekrenteaftrek, namelijk:

  • De hypotheekschuld is gericht voor de aankoop, verbetering of onderhoud met betrekking tot je hoofdverblijf. Deze schuld wordt ook wel de eigenwoningschuld genoemd. De rente die je hebt over een tweede huis of een lening betreffende consumptieve doeleinden is niet aftrekbaar.
  • De hypotheekrente is vanaf 2001 in max. 30 jaar aftrekbaar. Indien er sprake is van een hogere hypotheek geldt deze termijn telkens voor het bedrag dat extra geleend wordt.
  • In het geval van verkoop dien je, zodra je binnen 3 jaar een nieuwe woning koopt, de overwaarde gebruiken bij de investering in de nieuwe woning. Indien je dit niet doet ga je een lening afsluiten die gelijk is aan de aankoopprijs van de nieuwe woning. In dit geval heb je geen recht op renteaftrek over het leningbedrag.

Voorlopige teruggave

Je kunt de hypotheekrente en aftrek jaarlijks claimen in de aangifte inkomstenbelasting. Iedere maand betaal je de bruto hypotheeklasten. Pas zodra de verwerking van de aangifte plaatsvindt, zul je het belastingvoordeel terug ontvangen. Door een voorlopige teruggave aan te vragen kies je ervoor om iedere maand het fiscale voordeel aan jezelf uit te laten betalen.

Hypotheekrente en aftrek bij een scheiding

Indien er sprake is van een scheiding is het huis niet langer het hoofdverblijf voor de aangifte inkomstenbelasting. Dit zorgt er dus voor dat je eigenlijk niet langer in aanmerking komt voor de hypotheekrenteaftrek. Mede hierom is de scheidingsregeling in het leven geroepen. Deze zorgt ervoor dat nadat één van de partners de woning verlaten heeft, onder bepaalde voorwaarden de eigenwoningregeling nog twee jaar geldig blijft voor de partner die vertrokken is.

Terug naar Oriënteren